Rita Chaillet-Kreule schreef dit boekje uit 1992 in opdracht van het promotiebureau Groenten en fruit. In een aantal korte hoofdstukken worden meer of minder bekende groente en fruitsoorten besproken en voorzien van commentaar over oorsprong en herkomst. Koopinformatie, bewaaradviezen, behandeling, algemene toepassingen en voedingswaarde worden besproken waarna van bijna alle producten één of meer goed bruikbare recepten worden gegeven.
Veel van de besproken producten zijn inmiddels oude bekenden op de Nederlandse markten, niet in de laatste plaats dank zij de invloed van de vele nieuwkomers die hun culinaire tradities meebrachten. Voor een klein deel ook gaat het over producten die al heel lang op de Nederlandse markten bekend zijn (TOMATEN!).
Toch wordt ik, ook na het indexeren van een fors aantal kookboeken, nog verrast door enkele voor mij tot nu toe onbekende producten als babaco, cherimoya, curuba, feiioja, kiwano, pepino, pitahaya en sharon.
Kortom, een leuke kennismaking met de rijkdom aan aanbod die tegenwoordig beschikbaar is.
Wat ik bij indexeren van dit boek lastig vond is het benoemen van de toepasbare keuken. Veel is herkenbaar of te benoemen naar analogie met bekende recepten, maar veel ook niet. De herkomst van de producten is niet persé ook de bron van de receptuur. Ik heb daarom bij een deel van de recepten de neutrale herkomst-term “internationaal” gebruikt wat dus in dit geval ook gelezen mag worden als “niet nader te duiden”. Voor andere recepten heb ik Nederlands ingevuld omdat het recepten betreft waarvan ik mij goed kan voorstellen van Nederlandse koks die maken met deze exotische ingrediënten, vaak naar analogie van meet vertrouwde receptuur. De toewijzing van een keuken blijft in die gevallen arbitrair.